juli 27, 2024

De Nieuwe Loosduinse Krant

Wij zijn de toonaangevende aanbieder van kwalitatief Nederlands nieuws in het Engels voor een internationaal publiek.

Staatssecretaris van Financiën publiceert nieuw Besluit verrekenprijzen en nieuw Besluit toerekening winst vaste inrichtingen

Staatssecretaris van Financiën publiceert nieuw Besluit verrekenprijzen en nieuw Besluit toerekening winst vaste inrichtingen

Op 1 juli 2022 heeft de Staatssecretaris van Financiën (de Staatssecretaris) het nieuwe Besluit verrekenprijzen (het Besluit verrekenprijzen) en het nieuwe Besluit toerekening winst vaste inrichtingen (het Besluit PE) gepubliceerd. Met deze update is het Besluit verrekenprijzen in lijn met de OESO-richtlijnen van 2022. De belangrijkste wijzigingen in het PE-besluit zijn gericht op het voorkomen van dubbele niet-heffing. Beide besluiten zijn op 2 juli 2022 in werking getreden.

Achtergrond nieuw Besluit TP en Besluit PE

Het Besluit verrekenprijzen is tekstueel en inhoudelijk aangepast om beter aan te sluiten bij de terminologie van de OESO-richtlijnen 2022 en de Nederlandse wet- en regelgeving.

Ontwikkelingen op het gebied van winsttoerekening aan vaste inrichtingen, waaronder de resultaten van het BEPS-project van de OESO, hebben geleid tot een update van het PE-besluit, daterend uit 2011. In de update van het PE-besluit is de 2012-implementatie van de objectvrijstelling verwerkt in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het gaat verder in op de premisse van de Nederlandse autoriteiten dat dubbele niet-heffing als gevolg van verschillende interpretaties van het zakelijkheidsbeginsel niet passend is en waar mogelijk moet worden voorkomen.

Het TP-decreet

Algemeen

Op basis van (opmerkingen in) verschillende onderdelen van het Besluit verrekenprijzen blijkt dat de Belastingdienst kan afwijken van de in het Besluit verrekenprijzen uiteengezette standpunten in situaties waarin binnen een multinationale groep dubbele niet-heffing ontstaat.

Financiële transacties

De geactualiseerde paragraaf over financiële transacties in het Besluit verrekenprijzen is afgestemd op de inhoud van het (nieuwe) hoofdstuk X van de OESO-richtlijnen 2022. In deze paragraaf wordt onder meer benadrukt dat eerst moet worden bepaald of een prima facie lening voor verrekenprijsdoeleinden moet worden beschouwd als een lening. Indien een deel van de lening niet kwalificeert als lening, is de staatssecretaris van mening dat voor de rest van de lening een zakelijke rentevergoeding dient te worden bepaald.

READ  Het Nederlandse ScanmarQED neemt het in Praag gevestigde AI-marketingsoftwarebedrijf Roivenue over

Het TP-besluit richt zich verder op dienstverlenende bedrijven (SC’s). De staatssecretaris stelt dat schuld die uitsluitend kan worden aangetrokken door middel van een garantie van een gelieerde entiteit, moet worden beschouwd als een kapitaalinbreng in de SC. Er bestaat een spanning tussen de hiervoor genoemde opvattingen van de Staatssecretaris en de jurisprudentie van de Hoge Raad, op grond waarvan de civielrechtelijke vorm van een geldelijke bepaling bepalend is voor de fiscale indeling (tenzij deze wordt aangemerkt als een schijnlening, lening die functioneert als eigen vermogen of een bodemloze putlening). Dit spanningsveld wordt door de staatssecretaris erkend in het Besluit TP. Bij verzoeken om zekerheid vooraf (bijvoorbeeld een voorafgaande prijsafspraak) stelt de staatssecretaris zich op het uitgangspunt de OESO-richtlijnen (in plaats van de Nederlandse Hoge Raad jurisprudentie) als uitgangspunt te volgen.

Maatregelen ter ondersteuning van de overheid

Het Besluit verrekenprijzen erkent dat bepaalde gebeurtenissen (zoals een kredietcrisis of pandemie) aanleiding kunnen zijn om de voorwaarden van een transactie aan te passen. Volgens de staatssecretaris kunnen partijen bij een dergelijke aanpassing bij het bepalen van de voorwaarden van een gecontroleerde transactie rekening houden met een mogelijke subsidie ​​vanwege een steunmaatregel (zoals COVID-19-rechten).

Het PE-decreet

Het PE-besluit onderstreept de voorkeur van de staatssecretaris voor de “kapitaalallocatiebenadering” in combinatie met de “fungibiliteitsbenadering” met betrekking tot de toerekening van rentelasten aan een vaste inrichting. Op basis van het PE-besluit gaat de “kapitaalallocatiebenadering” ervan uit dat de vaste inrichting een kredietwaardigheid heeft die gelijk is aan die van de rechtspersoon als geheel. Bij de “fungibiliteitsbenadering” worden de rentelasten van de entiteit toegerekend aan de vaste inrichting naar rato van de toegerekende schuld (volgens de toepassing van de kapitaalallocatiebenadering).

READ  Srebrenica: Nederlandse regering geeft toe dat haar troepen een onmogelijke taak hadden

Belangrijkste leerpunten

Belastingplichtigen dienen rekening te houden met de standpunten van de staatssecretaris zoals verwoord in het Besluit verrekenprijzen en PE-besluit, aangezien deze in overleg met de Belastingdienst naar voren kunnen komen. Of deze opvattingen door de Nederlandse rechter zullen worden gevolgd, is op dit moment onzeker. Wij bevelen aan om bestaande gevallen, en meer specifiek intragroepsfinancieringstransacties, zorgvuldig te bekijken in het licht van de wijzigingen in de besluiten.

Beide besluiten zijn op 2 juli 2022 in werking getreden.