Nederlandse inflatie zakt in april naar 11,2%

De inflatie in Nederland was in april iets lager dan een maand eerder. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bedroeg de inflatie in april 11,2 procent op jaarbasis. In maart stegen de consumentenprijzen met 11,7 procent.

Ondanks de lichte dip is de inflatie nog steeds erg hoog. Vooral de forse stijging van de energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne stuwt de inflatie. Maar automobilisten verloren in maart iets minder aan de pomp door een verlaging van de accijnzen op benzine en diesel. Dit had een dempend effect op de inflatie.

Het CBS maakte deze cijfers bekend, vooruitlopend op de aankondiging van de inflatie in de eurozone later op de dag door het Europese statistiekbureau Eurostat. Het Nederlandse statistiekbureau gebruikte de Europees geharmoniseerde methode om de inflatie te meten. De methode is ontwikkeld om een ​​goede vergelijking van inflatiegegevens uit verschillende Europese landen mogelijk te maken. De berekening wijkt iets af van de gebruikelijke manier waarop het CBS de inflatie berekent.

De inflatie in de eurozone bedroeg in maart 7,4 procent. Hoge inflatie ondermijnt de koopkracht van huishoudens. Vice-president Luis de Guindos van de Europese Centrale Bank (ECB) zei donderdag dat de inflatie het hoogste punt ooit bereikt en dat de prijzen in de tweede helft van het jaar mogelijk iets minder stijgen. Hij denkt niet dat de inflatie snel weer op een laag niveau zal komen.

In haar rentebeleid houdt de ECB de inflatie op de middellange termijn nauwlettend in de gaten. De doelstelling hiervoor is 2 procent. De monetaire depreciatie kan daar voorlopig wel eens boven liggen, zei de centrale bank. De hoge inflatie is voor de ECB reden genoeg om de afbouw van haar programma’s voor de aankoop van activa te versnellen. Als dat eenmaal is gebeurd, kan de rente omhoog gaan. Experts van centrale banken verwachten daarom in de zomer een renteverhoging.