Hoe ICAI ideeën laat vliegen in het Nederlandse AI startup-ecosysteem

Smit ziet veel bedrijven die zich bezighouden met AI zich richten op ondersteuning of advies. Die met een echt product zijn schaarser, zegt ze. “Ze hebben veel meer tijd nodig om iets schaalbaars te ontwikkelen. We hebben een netwerk van AI-bedrijven die afkomstig zijn van kennisinstellingen en we zien dat het vinden van een product-markt-fit voor hen ingewikkeld is. Laat staan ​​een team vinden om er een succes van te maken.”

AI-labs door het hele land

Daarom wil ICAI het ecosysteem bij elkaar brengen. Het is vier jaar geleden gestart, geïnitieerd door de twee Amsterdamse universiteiten. Hoewel AI-innovatie de gemeenschappelijke basis is, zijn de reikwijdte en activiteiten ervan breed. Naast het runnen van een venture building programma samen met AI venture builder TTT-AIze runnen ook tientallen verschillende labs, elk gericht op een ander domein, en werken met een ander bedrijf.

Om iedereen uit het ecosysteem bij elkaar te krijgen, organiseren ze ook evenementen zoals ICAI-dag. Tijdens dit tweejaarlijkse evenement verbindt ICAI innovators met het ecosysteem, waarbij hun laatste evenement gericht was op het delen van geleerde lessen om AI-innovatie op de markt te krijgen. Een uitgelezen kans voor jonge AI-onderzoekers om hun netwerk uit te breiden. Ze spraken met experts uit het veld, zoals de oprichter van AI-startup Zeta-Alpha, een Radboud AI for Health Lab-hoogleraar en serie-ondernemer en een senior scientist van onderzoeksinstituut TNO.

Potentieel

Het hybride evenement omvatte ook presentaties van experts over het AI startup-ecosysteem, met TTT.AI, Peak Capital en Techleap.nl. Het doel is om aspirant-oprichters een idee te geven hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun AI-oplossing slaagt als een product buiten het lab en ze te laten zien hoe het ecosysteem eruit ziet en wat er nodig is om een ​​product op de markt te brengen.

Want als het gaat om AI-startups, dan zit Nederland vol potentie, ziet Smit. “Het land heeft een robuuste infrastructuur voor kennis en een lange geschiedenis van AI-onderzoek en onderwijs. AI maakt sinds de jaren ’80 deel uit van het curriculum. Het werd onderwezen aan de universiteiten van Nijmegen, Utrecht en Amsterdam. Dit zijn de brede kennisinstituten die de basis hebben gelegd.”

Smit benadrukt echter dat AI-ontwikkeling ondanks de kleine omvang van het land nog te veel gebonden is aan specifieke regelgeving. Ze wijst op de stad Delft, bekend om haar prestaties op het gebied van robotica. Wageningen is sterk in agri en food. Eindhoven blinkt uit in maakindustrie, terwijl de dienstverlenende industrie enorm is in Amsterdam.

Die regio’s zijn ook grotendeels zichtbaar in de labs van ICAI, die bestaande bedrijven stimuleren om samen te werken met AI-onderzoekers. Meer dan 30 labs – met de plannen om er nog 17 te creëren – die werken aan onderwerpen variërend van kankeronderzoek tot politiewerk en retailinnovatie, zijn verspreid over negen steden in Nederland.

‘Laat ideeën floreren in een startup’

De regionale aanpak helpt ICAI om lokaal talent aan te boren, maar het doel is om één landelijk ecosysteem te creëren. “We hebben een pool van talent uit het hele land. Dus als een AI-startup op zoek is naar bepaald talent, kunnen we helpen dat te vinden, waar ze zich ook bevinden. De labs zijn lokaal, maar de lessen die we daaruit trekken zijn generiek en kunnen het ecosysteem in het hele land stimuleren.”

Smit hoopt dat ICAI in de toekomst meer onderzoekers kan inspireren om hun ideeën ook buiten het lab te brengen. “Ze hoeven niet eens zelf een bedrijf te beginnen”, zegt ze. “Maar ik wil dat ze weten wat de mogelijkheden zijn. Zoveel onderzoekers willen in het onderzoek blijven, waar ze de generatoren zijn van nieuwe ideeën. Maar ze kunnen nog steeds een rol als Chief Science Officer of adviseur op zich nemen in een jong bedrijf. Je hoeft de onderzoekswereld niet te verlaten om je ideeën te laten floreren in een startup.”