ikMijn 1881 iemand Hij schonk een antieke koperen cirkel aan het Regex Museum, het Rijksmuseum voor Kunst en Geschiedenis. Het object (foto) is een storing. Heraldisch schild en gegraveerd in 1689, zonder indicatie van welk doel het diende. Museumpersoneel vermeldde het als een hondenhalsband.
Mogelijk zijn ze uitgebreider onderzocht. Verspreid over de collectie van het Reumamuseum hangen schilderijen met identieke halsbanden die soortgelijke honden dragen, maar dan jonge zwarten. Bekend als de “Moors”, werden ze in de 17e eeuw meestal geplaatst als bedienden in rijke Nederlandse huizen, als onderdeel van een bredere Europese mensenhandeloperatie die miljoenen tot slaaf gemaakte Afrikanen naar de Verenigde Staten bracht.
Slavernij in 1881 was geen verre herinnering. In sommige Nederlandse koloniale tuinen eindigde het tien jaar geleden. Een conservator slaagde er echter niet in een link met het Regex Museum te leggen. Is de Nederlandse samenleving zulke dingen echt vergeten? Of heb je geprobeerd er niet naar te kijken?
De kraag is te zien op de nieuwe tentoonstelling van het museum over de tot slaaf gemaakte geschiedenis in Nederland en zijn voormalige koloniën. (Koning Willem-Alexander opende de tentoonstelling in mei, maar het museum is tot 5 juni gesloten vanwege regeringsbeperkingen.) Dit maakt deel uit van een bredere beweging om het koloniale verleden van het land te heroverwegen. Van de jaren 1600 tot het midden van de 20e eeuw regeerde Nederland over Indonesië, Suriname, Curaçao en vele andere Caribische eilanden, voornamelijk de Oost-Indische en West-Indische bedrijven (The. U En GWC) Dan direct. Slaven werkten in de jaren 1860 op koffie-, kruiden- en suikerplantages. In de gouden eeuw van schilders en tulpen behoorden de Nederlanders tot de grootste slaven ter wereld en veroverden ze kastelen in West-Afrika om de handel van de Portugezen te veroveren.
In de moderne tijd hebben de Nederlanders deze geschiedenis gebagatelliseerd. Maar het is moeilijker geworden omdat Nederland steeds meer culturen heeft ontwikkeld. De grootste Nederlandse immigrantengemeenschappen komen uit Marokko en Turkije, maar die uit Suriname, het Caribisch gebied en Indonesië vormen 5% van de bevolking. Argumenten over de “Sword Beat” (een zwarte traditie in verband met de feestdag van Sinterklaas) en Black Lives Matter verzetten zich tegen de Nederlandse politiek. Wat betreft het Reumamuseum, het is een voorwaarde voor zijn relevantie om naar de andere kant van het koloniale verleden te kijken.
Een uitdaging bij het hosten van een tentoonstelling over slavernij is het gebrek aan fysiek materiaal. “Verslaafde individuen mogen geen objecten bezitten, ze mogen niet schrijven, ze worden niet altijd geportretteerd”, zegt Valika Smelders, hoofdhistoricus van het Rijex Museum op Curaao. Het museum lost dit op door in de collectie onopgemerkte sporen te vinden. Het schilderij van Bartholomew von der Hellstin van het Amsterdamse Filminstituut in 1639 staat in een niet-geïdentificeerd zwart jeugdcentrum. De prachtige schilderijen van Rembrandt van Morton Soulmans en Opgen Copid zijn bekend; Een deel van hun rijkdom kwam van de door slaven gedreven suikerhandel.
De tweede techniek is het verkennen van alledaagse voorwerpen uit de slaveneconomie, zoals tuinbellen. Voor slaven kunnen ze een opluchting of een voorteken zijn, wat het einde van de dag betekent en het gewicht van de oogst, wat betekent dat ze moeten slaan als de toewijzing niet wordt gehaald. Logo GWC, Een antiek zicht op oude grachtenpanden in Nederlandse steden, werpt een ander licht als je kijkt naar een brandijzer dat op mensen wordt gebruikt. Andere voorwerpen getuigen van de ijver van de tot slaaf gemaakte mensen: de exemplaren van een botanicus uit Suriname in 1687 omvatten sesam en okra, die door Afrikaanse gevangenen moeten zijn geplant. Mondelinge geschiedenis voegt nog een laag toe. Nummers uit Suriname, Curaçao en Zuid-Afrika (oorspronkelijk een Nederlandse kolonie) klinken als slaapliedjes totdat je de vertalingen hoort. Sean da Pente Nose, oom, Kathipu da Galina: “De huisbaas verkoopt ons, oom, slaven kippen.”
De tentoonstelling is opgebouwd rond de verhalen van tien individuen, vijf met het functioneren van het slavensysteem en vijf met oppositie daartegen. De directe getuigenis van Wally, die verslaafd was aan Suriname, moet voor de rechtbank worden gehoord. In 1707 werden hij en vier anderen op brute wijze opgehangen nadat ze de jungle in waren gevlucht in weerwil van strikte nieuwe werkregels. De werken van schilder Dirk Walkenberg, gestuurd door de eigenaar die niet in Amsterdam is om zijn tuin vast te leggen, zorgen voor de visuele omgeving. De vertolking van Walkenberg, die eruitziet als een vakantieviering, is prachtig: de onthullers springen van het doek, persoonlijk en meeslepend. Het is zeer schokkend om te zien dat deze sympathieke schilder Wally een “onruststoker” noemt.
De tentoonstelling zal een historisch pad doorbreken. Nederlanders hebben de neiging zich te identificeren met slavernij in de Verenigde Staten, maar een andere grote tak van de handel stuurde gevangenen van de Gangesdelta naar Indonesië, waar ze verkocht konden worden aan Zuid-Afrika of af en toe aan Nederland. Nieuw is ook de focus op tot slaaf gemaakte Afrikanen en Aziaten in Nederland. Slavernij was illegaal in het Nederlandse thuisland, maar de slaven die daar werden gebracht waren in slavernij, en misschien hadden ze middelen.
Sommigen kwamen in de Nederlandse samenleving terecht. Een daarvan was Paulus Moras, een dienaar van de rijke Nassau La Leg-clan, onderdeel van het Nederlandse koningshuis. Uit kerkregisters blijkt dat hij cavaleriedrummer werd in het regiment van de opperbevelhebber van Nederland, en in 1684 trouwde hij met een Nederlandse vrouw en kreeg een kind. Decennia later toont het Nederlandse cavalerieschilderij zo’n gemonteerde zwarte drummer dat het lijkt op een metalen halsband. In feite lijkt het schild, gegraveerd op een koperen kraag uit 1689, te hebben toebehoord aan het huis van Nassau La Lec. Het geval is indirect, maar het kan de drager Maurice zijn.
Dit systeem werd gedreven door geld. De tentoonstelling zou iets zuiniger kunnen, maar het maakt duidelijk dat de financiële prikkels enorm zijn. In 1621 John Peterson Goen, een officier U, vermoordde 14.000 van de 15.000 mensen die op het Molukse eiland Grote Panda woonden, dat destijds de leidende kaste ter wereld was, en verving hen door geïmporteerde slaven. Hij deed dat om een monopolie te verwerven op een specerij die in Europa honderden keren meer verkocht dan in Zuidoost-Azië.
Deze zijn allemaal zwaar, maar het is zwaar. Dit verklaart de relatief onbekendheid van de slavengeschiedenis als een centraal kenmerk van het Europese kolonialisme. Veel Europeanen denken dat slavernij meer aandacht trekt, dat het lang geleden is gebeurd en er niets mee te maken heeft. Verdriet brengt het spel. In het koloniale tijdperk werden de stemmen van slaven het zwijgen opgelegd omdat het luisteren naar hen het sociaal-economische systeem kon verheffen. Later werden ze het zwijgen opgelegd omdat de erfgenamen van die organisatie zich schuldig voelen als ze naar hen luisteren. Zoals psychologen weten, is de waarheid interessanter dan verborgen mythen en mythen. ■
Dit artikel is gepubliceerd in de boeken- en kunstsectie van de gedrukte editie getiteld “Return of the Oppressed”.
More Stories
Inktleveringsovereenkomst met Anlon Technology Solutions, een Nederlands defensiebedrijf
Nederlanders hebben er geen probleem mee om F-16’s in Rusland te stationeren
Mercedes onthult de fout van Lewis Hamilton die de Nederlandse GP-strategie verpestte