Nederlandse rechtbank vervolgt Israëlische minister van Defensie niet voor oorlogsmisdaden

Den Haag – Een Nederlands hof van beroep heeft dinsdag geoordeeld dat de Israëlische minister van Defensie Benny Kants en een hoge militaire functionaris niet zullen worden veroordeeld in een zaak van oorlogsmisdaden. Op grond van de Nederlandse universele jurisdictieregels bevestigt de vorige lagere rechter het vonnis.

De zaak, oorspronkelijk ingediend als een civiele zaak door de Nederlandse Palestijn Ismail Ziada, die Kantz veroordeelde voor het doden van zes van zijn familieleden bij de Israëlische luchtaanvallen op Gaza in 2014, werd in januari 2020 door een lagere Nederlandse rechtbank afgewezen. Beleid voor wereldwijde jurisdictie – Het beleid om landen toe te staan ​​onderzoek te doen naar ernstige misdrijven, zoals oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid, kan niet worden toegepast op civiele zaken.

Ziada ging in beroep en voerde aan dat universele jurisdictie moet worden uitgeoefend in gedragingen die naar verluidt verband houden met ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht.

Dinsdag bevestigde de rechtbank de eerdere civiele uitspraak en oordeelde dat de vrijstelling van Israëlische functionarissen niet kon worden opgeschort op basis van misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden in civiele zaken.

Gantz was van 2011 tot 2015 de stafchef van de Israel Defense Forces (IDF).